|
Fethullah Gülen
Zoals de befaamde jurist en arabist Maurits Berger zegt, werkt secularisatie in Nederland maar één kant op. De Nederlandse overheid heeft geen enkel invloed op religie of op religieuze instellingen. Andersom mogen religieuze instellingen wel hun stem laten horen met betrekking tot zaken die de overheid aangaan. Dat wil zeggen dat deze instellingen inspraak hebben op het beleid van de overheid, zoals bijvoorbeeld op een verbod op abortus. Secularisatie in Nederland werkt dus één kant op.
In Turkije echter werkt secularisatie of laïcisme (oorspronkelijk laïcité) geheel anders, daar werkt het ook één kant op maar juist tegenovergesteld aan de manier in Nederland. In Turkije hebben religieuze instellingen geen enkel invloed op het functioneren van de overheid. Aan de andere kant stelt de Turkse overheid alle religieuze vertegenwoordigers aan, dit betekent dat ze staatsambtenaren zijn. Zo kan het dus dat de schending van secularisatie per land verschillend is, hierdoor is de invulling ook anders. Een religieus getint activiteit kan in Nederland binnen de perken van secularisatie blijven terwijl dat in Turkije anders geïnterpreteerd kan worden. Een prima geval hiervan is Fethullah Gülen, die ruim tien jaar geleden uit Turkije vertrok na enkele spraakmakende uitspraken waarna zijn positie onhoudbaar werd.
Fethullah Gülen werd geboren in de oostelijke provincie Erzurum in Turkije, waar hij vanaf zijn geboortejaar 1938 tot het jaar 1958 verbleef. Hierna meldde hij zich aan bij het Ministerie van Religie (oftewel Diyanet) om als Islamleraar aan de slag te kunnen. In 1962 werd hij door de Diyanet aangesteld als leraar in Izmir, daar onderscheidde Gülen zich door buitenschoolse activiteiten die volgens velen niet door de beugel konden. Fethullah Gülen stak nimmer onder stoelen of tafels dat hij een grote bewonderaar was van de Turks-Koerdische Bediüzzaman Said Nursi, die leefde van 1878 tot 1960. In die jaren werd Nursi meerdere malen verdacht van het tegenwerken van de in 1923 opgerichte Republiek Turkije. In een vroeg stadium vroeg Vader der Vaderlands, de grote oorlogsheld en eerste president van de Turken, Mustafa Kemal Atatürk aan Said Nursi of hij een plek wilde in het nieuw op te richten Ministerie van Religie. In 1922 wees Nursi dit resoluut af, waarna hij steeds meer geluiden van kritiek liet horen op zowel de Republiek als Atatürk. In 1925 vond er een grote Koerdische Opstand plaats in Oost-Anatolië onder leiding van Şeyh Said, van wie bekend was dat hij nauwe banden had met Said Nursi. De laatste zou zelf ook betrokken zijn bij deze opstand en werd gevangen genomen door de Turkse overheid, die de opstand hardhandig neersloeg. Hij stierf uiteindelijk in ballingschap in 1960.
Geïnspireerd door deze Said Nursi, begon Fethullah Gülen aan zijn buitenschoolse activiteiten waar hij vooral de evolutietheorie, Darwin, het systeem in Turkije en de democratie aanviel. Hij predikte het systeem in Turkije te willen veranderen en verzamelde al gauw een groep mensen om zich heen die het systeem in Turkije ook wilden veranderen. Wat het nieuwe systeem dan precies zou worden was niemand echt duidelijk, totdat er geschriften in omloop kwamen waarin Gülen gezegd zou hebben terug naar het systeem van het Osmaanse Rijk (de voorloper van de Republiek Turkije) te willen. Dat systeem bestond namelijk uit de Islamitische wetgeving, te weten de Sharia. Aan de hand van deze verklaringen zette Turkije Fethullah Gülen onder druk om “deze staatsondermijnende activiteiten” te stoppen. Hierop vertrok Gülen naar de Verenigde Staten van Amerika om zijn activiteiten van daaruit voort te zetten. Volgens bronnen uit 1998 heeft Fethullah Gülen meer dan 250 scholen en 7 universiteiten buiten Turkije waar hij zijn gedachtegoed laat onderwijzen als zijnde “de basis voor elke Islamitische Turk”.
Het is dan ook niet verrassend als op 18 juni 1999 er geheime video-opnamen bij de Turkse landelijke zender ATV, waarin Fethullah Gülen en zijn volgelingen spreken over “het juiste moment om de macht in Turkije over te nemen”, worden uitgezonden. Alhoewel aanhangers van Gülen dit probeerden te bagatelliseren, was heel Turkije in rep en roer. Er werd een onderzoek ingesteld door de openbare aanklager op basis van de beschuldiging “het oprichten van een illegale organisatie met als doel het wijzigen van de structuur van de seculiere staat, om in plaats hiervan een op religieuze verordeningen gebaseerde staat te stichten”. In mei 2006 werd het onderzoek tenslotte stopgezet wegens een gebrek aan bewijs. Fethullah Gülen zelf reageerde door zijn volste vertrouwen in de seculiere Republiek uit te spreken en Mustafa Kemal Atatürk de hemel in te prijzen, wat in Turkije altijd als positief ervaren wordt. Echter voegde Gülen al snel na de commotie eraan toe dat “alhoewel hij het niet eens was met de hervormingen van Atatürk, hij dit niet verwijt aan de leider zelf.” Hij sprak diep respect uit voor de Turkse volksheld en eerste president Atatürk en ging verder door te zeggen dat “Atatürk dezelfde mening had als hijzelf, maar dat hij verkeerd begrepen werd door zijn aanhangers en hierdoor op een verkeerde manier voorgesteld is aan zijn volk.” Deze vergelijking met Atatürk werd niet door iedereen in Turkije op prijs gesteld, zeker niet toen Gülen predikte dat de ideale situatie voor Turkije “de situatie na het optreden van de profeet Mohammed in de jaren 623-750, alsmede de eerste jaren van het Osmaanse Rijk 1299 tot 1500” was.
Nu was dat deels waar. Een hoge culturele ontwikkeling ging toen inderdaad hand in hand met de Oosterse beschaving. Technologie en wetenschap bezorgde een grote voorsprong voor de Arabieren (tot 750) en daarna de Turken (van 750 tot ongeveer 1500) ten opzichte van de Europeanen. In die jaren werd een geweldig bestuursapparaat ontwikkeld waar de meeste landen in het Midden-Oosten nog steeds gebruik van maken. Men moet echter niet vergeten dat het systeem gebaseerd was op de Kuran en de Sharia. Een terugkeer zou dus direct en indirect leiden tot een botsing met het huidige seculiere systeem in Turkije.
Fethullah Gülen heeft in de laatste jaren vele boeken geschreven om zijn standpunten duidelijk te maken, dit heeft geleid tot een beweging die zich “Fethullahçı” (oftewel ‘volgelingen van Fethullah’) noemt. Alhoewel Gülen zelf zich verzet tegen deze naam, schat men de aanhangers op minstens 200.000 tot maximaal 4 miljoen. In zijn boeken tracht Fethullah Gülen uiteen te zetten dat de Europees en Westers gerichte koers van Turkije ertoe heeft geleden dat de Turkse natie haar Islamitische identiteit verloren heeft ten behoeve van Westerse moderniteit. Hierdoor zou Turkije kwetsbaar zijn geworden en derhalve een slaaf en marionet van het Westen geworden zijn, waarbij de Turkse natie verslaafd is aan materiele zaken. In een interview met Bülent Aras hamerde Gülen steevast erop dat hij de Islam wil omvormen tot een Turkse Islam, alsmede de Osmaanse geschiedenis van de Turken op de voorgrond wil zetten en het Turkse nationalisme wil ‘islamiseren’. De nadruk ligt hem in het feit dat Gülen de link tussen staat en de Islam wil herstellen zoals hij was in de eerste eeuwen na de profeet Mohammed en het begin van het Osmaanse Rijk. Juist waar het huidige seculiere systeem van Turkije tegen is, volgens secularisatie in Turkije is een mens pas echt vrij als de druk en invloed van religie wegvalt uit het staatsbestel. Geloof zou een strikt persoonlijke aangelegenheid tussen mens en God zijn. Gülen echter verkondigt het tegenovergestelde en stelt dat het wegvallen van religie de mens een slaaf maakt aan zijn eigen hebzucht en materialisme. Volgens deze denkwijze van Gülen vindt een mens pas rust en kalmte bij het leiden van een religieus leven op zowel persoonlijk als publiek niveau. Dit kan een mens pas realiseren, volgens Gülen, als hij vrij is door het besef dat hij geboren is om God te gehoorzamen en zodoende niet hoeft te buigen voor andere machten. Zo zou de Turk, die centraal staat in het werk van Gülen, in zowel Turkije als in de andere Turkse staten (te weten Azerbeidzjan, Kazachstan, Oezbekistan, Kirgizië, Turkmenistan en Cyprus) zijn identiteit pas erkennen als hij de Islam erbij betrekt. Een focus van Gülen ligt dan ook in een verbond tussen Turkije en de Turkse staten als zijnde een Turks-Islamitische Unie, want volgens Fethullah Gülen verwijst het woord ‘Turken’ vooral naar de Islamitische identiteit van Turken en moet dat op de voorgrond gezet worden. Dit lijkt een doelstelling die direct van de Idealisten onder leiding van Alparslan Türkeş, is overgenomen. In Nederland staan de aanhangers van een dergelijk ideaal beter bekend als “De Grijze Wolven” en staan ze er bekend om dat ze alle Turkse volkeren willen verenigen in een Turkse natiestaat. Het totaal aan Turkse volkeren telt er vele tientallen en is naar schattingen ergens tussen de 300 en 450 miljoen mensen rijk. Hieronder zijn er echter naast Islamitische Turken (de meeste inwoners van Turkije), ook Christelijke Turken (de Gagavuz en Pomak Turken in respectievelijk Moldavie en Bulgarije), Joodse Turken (zoals de Hazar Turken rond de Kaspische Zee), Sjamanistische Turken (zoals de Yakut Turken in Siberie) en nog vele tientallen andere Turkse stammen met een afwijkend geloof van de Islam. In tegenstelling tot de Idealisten, die een vrij grote aanhang hebben onder de Turken met deze doelstellingen, wil Gülen slechts de Islamitische Turken verenigen want, zo verklaart hij, “is de identiteit van de Turken de Islam; een Turk die de Islam niet erkent, is geen echte Turk”. Zodoende wil Gülen alleen een Turks-Islamitsche Unie met de Islamitische Turken, dit verklaart ook waarom Gülen vele scholen in Azerbeidzjan, Kazachstan, Oezbekistan, Kirgizië, Turkmenistan en Cyprus heeft, landen waar van oudsher de bevolking Islamitisch is.
De manier waarop Gülen de bovengenoemde doelen tracht te bewerkstelligen is simpel. Hij verwacht niet de massa te inspireren, maar richt zich op een kleine groep mensen die door middel van onderwijs een lichtend voorbeeld worden voor anderen op wetenschappelijk, maatschappelijk en cultureel gebied. Langzaamaan zullen al die leerlingen die opkijken tegen deze groep zich ook ontwikkelen tot voorbeeldmensen die ook weer een inspiratiebron zullen zijn voor anderen. Alles draait dus om onderwijs in de visie van Gülen, maar dan wel een bepaald soort onderwijs waarbij de Islam centraal staat. Dit verklaart dan ook het hoge aantal onderwijsinstellingen die opgericht zijn door aanhangers van Gülen, alleen in Nederland al zijn er vele tientallen tot honderden internaten, huiswerkklassen, cursussen, workshops, studentenverenigingen, en sinds enkele maanden ook middelbare scholen die geheel gerund worden door aanhangers van Gülen. Veel van deze instellingen zijn discutabel. Op elk van de internaten zitten naar schatting 200 tot 400 leerlingen die gemiddeld maar één keer per 14 dagen naar huis mogen, de rest van de tijd brengen ze door op de internaten zelf. Het in opspraak geraakte Cosmicus College in Rotterdam waar er alleen een VWO en VWO+ opleiding beschikbaar wordt gesteld, bestaat voor het overgrote merendeel uit allochtone leerlingen.
Een ander centraal punt van Gülen is dialoog en dan vooral met critici, zoals de paus bijvoorbeeld waarmee Gülen al meerdere malen gesproken heeft. Hij is zelfs als gast uitgenodigd in het Vaticaan. Dit werd breed uitgemeten in verschillende media, waaronder de door aanhangers van Fethullah gerunde Time Media Group, Samanyolu TV, de krant Zaman en Zaman Nederland. Andere punten die breed uitgemeten worden in de eigen media zijn de dromen die Fethullah Gülen en zijn vrienden regelmatig zien. In die dromen krijgen ze naar eigen zeggen boodschappen van de profeet Mohammed te horen die ze dan uitvoeren, zo zou de denkwijze van Fethullah Gülen deels daarvan afkomstig zijn. Ook zou een goede vriend van Gülen via een droom van de profeet Mohammed te horen hebben gekregen dat indien Fethullah Gülen trouwde “hij zijn werk niet zou kunnen voltooien en daardoor zou de profeet Mohammed als wijze van straf niet aanwezig zijn op de begrafenis van Gülen”. Dit zou volgens Gülen zelf de reden zijn waarom hij nooit is getrouwd en ook nooit zal trouwen. Een ander terugkomend thema in de verschillende documentaires over Gülen op zijn eigen media, is het feit dat toen hij naar Mekka en Medina vertrok, er iets merkwaardigs gebeurde. In een droom zou de profeet Mohammed aan alle medereizigers van Gülen afzonderlijk verschenen zijn en het volgende gezegd hebben: “één van jullie heeft een groots en verblindend licht om zich heen”. Het is dan ook deze mythevorming waardoor sommige mensen Fethullah Gülen steeds meer als een moderne “Messias” zien. Anderen gaan weer zo ver om hem als de nieuwste “profeet” te bestempelen.
Fethullah Gülen benadrukt dat het juist hierom de naam “Fethullahçılar” verwerpt en geen cultusverering rondom zijn persoon wenst. Integendeel roept Gülen dat persoonsverheerlijking iets is dat in de Islam ten strengste verboden wordt. Juist om deze reden verwerpt hij de vele standbeelden, schilderijen en spreekwoorden van Mustafa Kemal Atatürk die vrijwel overal in Turkije te zien en te horen zijn. Ook is Gülen van mening dat het onderwijs in Turkije te veel gericht is op de stichter, bedenker en eerste president van de Republiek Turkije en mensen aanzet tot persoonsverering, niet in de gaten hebbend dat zijn eigen methode hetzelfde doet voor zichzelf. Dit heet dan ook ironie ten top, volgens zijn critici.
Veel tegenstanders van Fethullah Gülen vinden dan ook dat hij er een dubbele agenda op na houdt en verwijzen daarbij naar zijn uitspraken en daden. Ze vinden dat iemand die tegen persoonsverering is, de cultusverering van zichzelf allang had kunnen stoppen maar dat het bij woorden blijft. Weer anderen noemen het voorbeeld dat ondanks het feit dat hij zegt geïnspireerd te zijn door Bediüzzaman Said Nursi en daadwerkelijk ook veel heeft overgenomen van hem, zich toch niet aansluit bij de “Nurcu Cemaat” (oftewel de aanhangers van het gedachtegoed van Nursi) maar een eigen stroming begint. Alhoewel hij naar eigen zeggen de naam “Fethullahçı” afkeurt, neemt dat niet weg dat er honderdduizenden mensen zijn die zich zo noemen, aldus tegenstanders. Ook wordt hij regelmatig betrapt op kritiek op andere religieuze groeperingen zoals Süleymancılar, Erbakancılar, Milli Görüş en Kaplancılar. Waar Gülen aan de ene kant door de intellectuele elite van Turkije verdacht wordt van het willen terugdraaien van het huidige systeem naar de Sharia, wordt hij door de overige religieuze groeperingen erop aangekeken dat hij de dialoog met critici van de Islam aangaat, zoals de paus. Hierdoor wordt hij als gematigd gezien door deze eerdergenoemde orthodoxe en in sommige gevallen zelfs gewelddadige Islamitische bewegingen. De stichting van eigen scholen, internaten, media, buurthuizen en zelfs universiteiten is een reden van argwaan voor de Turkse overheid, die niks kan hardmaken om de veelgehoorde beschuldiging “het oprichten van een illegale organisatie met als doel het wijzigen van de structuur van de seculiere staat, om in plaats hiervan een op religieuze verordeningen gebaseerde staat te stichten” te veranderen in een veroordeling. Juist het feit dat de aanhangers van Gülen gestaag stijgen en daarmee ook de eigen onderwijsstellingen die als het ware een “staat binnen een staat” vormen, is een doorn in het oog van velen. Inmiddels zijn er aanhangers van Fethullah binnen alle gelederen van het Turkse staatsbestel, alsmede in de Turkse gemeenschappen van Europa en de Turkse staten.
Als we mogen geloven wat er in de geheime banden die in handen van ATV kwamen in 1999, is het slechts een kwestie van tijd wanneer Fethullah Gülen en zijn kompanen aan de macht zullen komen in Turkije. Dat de Islam dan een veel groter rol zal spelen in de toekomst van Turkije, is een gegeven. Dat dit hoogstwaarschijnlijk de doodsteek van secularisatie in Turkije zal betekenen, is echter een understatement. Of dit mogelijk zou kunnen zijn, is een ander vraag daar het leger in Turkije van oudsher een ferm voorstander van secularisme is. Dit komt deels omdat Atatürk zelf uit het leger afkomstig was, en deels omdat het leger zichzelf als de behoeder van de Republiek Turkije ziet. Dat het leger de daad bij het woord voegt, lieten de “corrigerende ingrepen” van het leger in 1960, 1971, 1980 en 1997 zien. Ook toen kwamen er conservatief-Islamitische partijen aan de macht die kritiek uitten op of de staatsvorm, dan wel aanmerkingen hadden op de secularisatie in Turkije. Bij deze ingrepen door het leger werden meerdere streng-Islamitisch politici veroordeeld tot celstraffen, behalve in 1960 toen meerdere politici, inclusief de premier, zelfs ter dood veroordeeld en ook daadwerkelijk opgehangen werden.
Dat Gülen steeds meer aanhang krijgt onder vooral de Europese Turken, die na 11 september 2001 steeds meer buitengesloten worden door de Europese samenlevingen, zal nauwlettend gevolgd worden door Turkije en het leger. De toenemende discriminatie en vooroordelen tegen Turkse moslims eist dus zijn tol, echter men moet niet vergeten dat Gülen tegen geweld is. Maar dat een politieke confrontatie onvermijdelijk zal zijn, is duidelijk. Gülen neemt al zijn voorzorgsmaatregelen door het Turkse leger te bestempelen als “een machtig en groots apparaat die een belangrijke functie heeft in het voortbestaan van de Republiek”, om zo het leger te vriend te houden. Ook verklaart hij zich altijd trouw aan het leger en de beginselen waar zij voor staat, te weten secularisme en democratie. Het is dan ook precies door zulke uitspraken dat men niet zeker is of Gülen wel een gevaar is voor Turkije, de honderden scholen en honderdduizenden volgelingen van Fethullah Gülen zorgen in ieder geval voor het nodige wantrouwen. Commotie in Turkije is iets waar de aanhangers van Gülen in ieder geval wel voor zorgen, want is het streven naar een conservatief systeem uit de zevende eeuw na Christus waarbij het huidige seculiere systeem het moet vergelden, acceptabel? Het veroorzaakt in ieder geval zeer verhitte discussies over religieus getinte activiteiten en organisaties die op een democratische manier aan de macht willen komen, om vervolgens (wellicht) democratie te vervangen door een Islam georiënteerd bestuurssysteem. En dat is nog zacht gezegd.
Armand Sağ
24 september 2007
© Armand Sağ 2007
|